Bloedsuikerwaarden, spiercontracties en lactaat als communicerende vaten

Bloedsuikerwaarden en spiercontracties zijn communicerende vaten, aangezien deze contracties de glucoseopname door spiercellen verhogen. Daardoor daalt de hoeveelheid glucose in je bloed logischerwijs. Naast deze as, wordt lactaat steeds meer erkend als een extra belangrijke regulator van ons metabolisme, niet in het minst bij sportprestaties.

De metabole functies van lactaat omvatten onder andere het fungeren als een alternatieve energiebron voor spieren en andere weefsels, het reguleren van de zuurgraad (pH) van het bloed én het bevorderen van de gluconeogenese, de vorming van glucose uit niet-koolhydraatbronnen, in de lever.

‍

Verhoogde lactaatproductie

Een verhoogde bloedsuikerspiegel stimuleert glycolyse (zie add on onderaan), wat zal leiden tot een verhoogde lactaatproductie, vooral tijdens intensieve inspanning. Wanneer er te veel lactaat wordt geproduceerd en de capaciteit van het lichaam om lactaat te verwijderen wordt overschreden, kan dit leiden tot een ophoping van lactaat in het bloed, een aandoening die bekendstaat als lactaatacidose. Lactaatacidose kan leiden tot verstoringen in de zuur-basebalans van het lichaam, resulterend in een verlaging van de pH van het bloed en symptomen zoals vermoeidheid, spierpijn, misselijkheid, braken, kortademigheid en zelfs bewusteloosheid in ernstige gevallen. Zaken die je kunt missen als je wilt presteren.

Bloedsuikerwaarden, spiercontracties en lactaat spelen overduidelijk op elkaar in. Even terzijde, dat geldt trouwens ook in een niet-sportieve context wanneer spiercontracties een minder grote rol spelen. Bij het optimaliseren van je prestaties richting een sportief doel, wordt het belangrijk om je bloedsuikerwaarden nauwkeurig te monitoren. We spreken van een Glucose Prestatie Zone (GPZ), wat duidt op het interval van bloedsuikerwaarden waarbinnen je het beste presteert. Hoe nauwkeuriger je dit in kaart brengt, hoe beter je je trainingen en prestaties kunt optimaliseren. (link naar artikel over GPZ)

We geven hieronder graag een aantal tips mee om je lactaatproductie te optimaliseren:

1. Aërobe training: verbetering van het aerobe uithoudingsvermogen kan helpen bij het verminderen van lactaatproductie tijdens een inspanning.
2. Progressieve overbelasting: het geleidelijk verhogen van trainingsintensiteit en -volume kan het lichaam helpen zich aan te passen aan hogere lactaatniveaus door het verbeteren van de capaciteit van spieren om lactaat te verwerken en af te voeren.
3. Intervaltraining: afwisseling tussen periodes van intense inspanning en herstel kan de lactaatdrempel verhogen en de capaciteit van het lichaam om lactaat efficiënter te gebruiken, verbeteren.
4. Aandacht voor voeding: het handhaven van een gebalanceerd dieet met voldoende koolhydraten kan helpen bij het optimaliseren van de energieproductie en het verminderen van de ophoping van lactaat in de spieren.
5. Voldoende herstel: voldoende rust en herstel tussen trainingssessies zijn essentieel om de lactaatproductie te reguleren en overbelasting te voorkomen.

‍

Hoe te meten

Continue Glucosemonitoring (CGM) met lactaatsensoren kunnen worden gebruikt om de lactaatproductie en de bloedsuikerwaarden in real-time te meten. Het is belangrijk om in acht te nemen dat insights pas waardevol worden over een langere periode heen en dat de vergaring van data systematisch correct moet gebeuren. Daarom raden we altijd aan om samen te werken met een professional die je traject begeleidt en bijstuurt waar nodig.  

Add on: Glycolyse is een fundamenteel metabool proces waarbij glucose, een eenvoudige suiker, wordt afgebroken tot pyruvaat. Dit proces vindt plaats in de cytosol van cellen en is de eerste stap in de energieproductie van glucose. Glycolyse verloopt in verschillende enzymatische reacties en resulteert in de netto productie van adenosinetrifosfaat (ATP), de energiedrager van de cel, en NADH, een co-enzym dat energie draagt. Glycolyse kan plaatsvinden in zowel aerobe (in aanwezigheid van zuurstof) als anaerobe (afwezigheid van zuurstof) omstandigheden, hoewel het pad na glycolyse verschilt afhankelijk van de aanwezigheid van zuurstof.