Ons metabolisme is het ingewikkeld systeem van biochemische processen in ons lichaam die verantwoordelijk zijn voor het omzetten van voedingsstoffen in energie en het reguleren van diverse fysiologische functies nodig voor de groei, het onderhoud en de functionaliteit van ons lichaam. Een goede werking van ons metabolisme verreist de nodige energie, energie die ons lichaam uit glucose haalt. Geen goed werkend metabolisme zonder een correcte toevoer van glucose dus.
Wanneer we suiker consumeren, ondergaat deze voedingsstof een transformatie tot glucose, de belangrijkste brandstof voor onze cellen. De alvleesklier produceert insuline om glucose naar de cellen te transporteren voor energieopslag of onmiddellijk gebruik. Het lichaam houdt de bloedglucosewaarden, in principe, mooi in balans. Pas wanneer die balans verstoord wordt, door maaltijden te consumeren met te veel suiker of door bestaande aandoeningen, begint het precaire systeem te wankelen.
Wanneer glucose de cel binnengaat zet het lichaam de glucose om in adenosinetrifosfaat (ATP), de energievaluta van ons lichaam. Organen zoals de hersenen, spieren, vetweefsel, nieren en lever zijn in grote mate afhankelijk van glucose voor hun normale werking, wat nogmaals de noodzaak aantoont van een goed functionerend glucosemetabolisme.
Ons glucosemetabolisme wordt gekenmerkt door 4 processen die elkaar, als alles goed gaat, in evenwicht houden:
Glycolyse: het doel van glycolyse is energieproductie door de afbraak van glucose.
Gluconeogenese: het doel van gluconeogenese is glucoseproductie, vooral tijdens vasten of lage bloedglucosewaarden.
Glycogenolyse: het doel van glycogenolyse is het vrijmaken van glucose als snelle bron van energie, bijvoorbeeld bij plotselinge fysieke activiteit.
Glycogenese: het doel van glycogenese is het opslaan van overtollige glucose in de vorm van glycogeen voor latere energiebehoeften.
Deze processen zijn nauw met elkaar verbonden en worden strikt gereguleerd om ervoor te zorgen dat het lichaam voldoende energie heeft, ongeacht de beschikbaarheid van voedingsstoffen.
Afwijkingen in het glucosemetabolisme, zoals insulineresistentie, beschadigde celmembranen of diabetes, kunnen ernstige gevolgen hebben gaande van hart- en vaatziekten tot hersenaandoeningen en daarom is het noodzakelijk om, bij een vermoeden van een probleem, meteen een arts te consulteren.
Als we even abstractie maken van onderliggende, erfelijke aandoeningen kan een evenwichtig dieet met een lage glycemische index en een gezonde levensstijl een cruciale rol spelen bij het reguleren van ons glucosemetabolisme. Ook regelmatige lichaamsbeweging verbetert de insulinegevoeligheid en draagt bij aan een gezond glucosemetabolisme. Helaas klinkt dat simpeler dan het in werkelijkheid is: individuele variaties in genetica maken dat het niet altijd makkelijk te bepalen is uit wat zo’n evenwichtig dieet nu juist bestaat.
Er is een strikte consensus wanneer het gaat om snelle suikers, te vinden in frisdrank, snoep of wit brood. Deze schrappen heeft meteen een positief op je glucosepieken. Het zijn deze pieken, onvermijdelijk gevolgd door een glucosedip, die ons lichaam schaden op lange termijn. Je hebt ongetwijfeld al gehoord van trage suikers. Deze worden, dankzij de aanwezigheid van vezels in de voedingsmiddelen, trager opgenomen door ons lichaam. Het resultaat is een minder grote, plotse piek. Jammer genoeg reageert elk individu anders op bepaalde voedingsmiddelen, wat voor de ene goed is, kan voor de andere toch een fikse piek betekenen.
Om te bepalen wat voor jou werkt, kan Continue Glucose Monitoring (CGM) een oplossing bieden. Met zo’n toestel krijg je in real-time inzicht in je bloedsuikerspiegel en kun je over een langere periode meten wat de impact van je voedingskeuzes zijn op je lichaam.
Individuele variaties in genetica, levensstijl en omgevingsfactoren spelen dus allemaal een rol bij het bepalen van de gevolgen van een verstoring in het glucosemetabolisme en de meest geschikte behandelingsaanpak.